Travel
Journal
Zweven tussen leven en dood
In Arkansas
Het is nog donker buiten, de grond knerpt onder mijn voeten en mijn adem maakt wolkjes in de lucht. Minder romantisch: de voorruit van de auto is volledig bedekt met ijs en ik moet krabben. Dat is al gauw rillen geblazen, want door de douw zijn mijn schoenen binnen de kortste keren doorweekt. Net zoals gewoonlijk heb ik weer eens waardeloos schoeisel bij me als, dat lijkt inmiddels een traditie te zijn geworden als ik in het buitenland ben. Eenmaal op weg richting mijn voormalige gastgezin zie ik de zon opkomen en is het vroege opstaan het al helemaal waard. Het is een prachtige herfstdag zoals een herfstdag moet zijn. Ik rij langs een uitgestrekt veld met hooibalen: country ten top. Uiteraard staat ook 105.1 The Wolf — the country station weer aan en mijn camera hangt al om mijn nek om onderweg al wat foto’s te maken. Alles om mijn laatste momenten in Arkansas volop in me op te nemen. Deze dag kan nu al niet meer stuk.
De dag loopt minder goed af voor de kwartels waar mijn gastgezin vandaag op jaagt. Een mooie dag om te sterven, dat wel. Dit is de eerste keer dat ik mee ga jagen en ik vind het best spannend. Ik parkeer de auto bij Susan en Fred voor de deur en Lauren, haar broer Matt en haar man Will zijn er al helemaal klaar voor. Uitgerust in camo en cowboyhoeden laden ze de wapens en ammunitie achterin de truck. Ook hun twee honden gaan mee, die speciaal getraind zijn voor de jacht. Ik vind het wat. Samen met onze thermosflessen koffie stappen we in, onderweg naar Conway. Ik weet niet zo goed wat ik kan verwachten en ben erg benieuwd hoe ik me bij dit alles ga voelen. Vooral nadat ik jaren geleden besloot geen dieren meer te eten. Toch wil ik het observeren en ervaren, want ook dit is een onderdeel van de zuidelijke cultuur.
Jong geleerd
Kinderen leren op jonge leeftijd al jagen, dat gaat van generatie op generatie. Ook Lauren en Matt hebben al van kleins af aan ervaring en dat zie je. Ze lijken als familie, inclusief de honden, ook geheel op elkaar ingespeeld. De honden hebben een bel om hun nek, zodra je die niet meer hoort weet je dat ze een kwartel gevonden hebben. Ze houden halt tot hun baasje in de buurt is en wachten tot ze het teken krijgen. Dan jagen ze de kwartels op, die vervolgens opvliegen uit het hoge gras. Nog een laatste keer zweven — tussen leven en dood. Vervolgens doen ze een poging de vogels met een shotgun uit de lucht te schieten. Als dat gelukt is worden de dode kwartels in de achterkant van hun hesje gestopt, waar een speciaal vak voor in zit.
“He, daar vliegt een adelaar. Waarom schieten jullie die dan niet?”, vraag ik. “Omdat we die niet opeten. Zo zijn we opgevoed, dat doe je niet.” Matt legt uit hoe hij ooit een duif voor de sport doodschoot en hij die van zijn oma op moest eten. Uit principe. Iets wat je niet van plan bent op te eten schiet je niet dood en that’s that. Dat vind ik een goed credo. Van jongs af aan zijn mensen hier ook een stuk bewuster van wat ze eten. Ook kinderen snappen dat vlees van een dood dier komt, want waarschijnlijk hebben ze de overgang van levend naar dood met eigen ogen gezien.
Zwevend tussen de uitersten
Maar, hoe voelde je je er nou bij? Geen dieren eten is een hele weloverwogen beslissing en principekwestie die vooral met mijn liefde voor dieren en mijn afkeer tegen de verwoestende bio industrie te maken heeft. Dit is voor iedereen persoonlijk natuurlijk, maar met jagen om je familie mee te voeden heb ik dan weer een stuk minder moeite. Dat kinderen weten waar hun eten vandaan komt kan ik ook niet anders dan toejuichen, dat is alleen maar goed. En waar tien jaar geleden vrijwel alles in het zuiden me tegen de haren in streek, probeer ik er dit jaar van een afstandje naar te kijken en het te ervaren voor wat het is. Dat betekent niet dat ik mijn normen en waarden aan de kant zet, maar wel dat ik een oprechte poging wil doen om ook de andere kant van het verhaal beter te begrijpen en te doorgronden. Ook dat is wat mij betreft een manier om je horizon te verbreden, ook als dat hier en daar een beetje oncomfortabel is.
Andersom geldt hetzelfde: ik nodig andere mensen ook graag uit wat dieper in dit soort thema’s te duiken. Eens te ontdekken wat je er nou eigenlijk zelf van vindt, in plaats van wat je uit gewoonte of traditie is aangeleerd voort te zetten. Wie weet past het eigenlijk helemaal niet bij je, of juist wel. Het conventionele niet altijd voor lief nemen heeft mij veel veranderingen gebracht waardoor ik nu het gevoel heb steeds een stukje dichterbij mijn eigen wil te leven. Dan heb ik het trouwens niet alleen over hoe we eten, maar hoe we in de breedste zin van het woord ons leven leiden. Dus snuffel hier en daar eens aan het onbekende. Met open armen, ogen en geest. Je zult zien: zwevend tussen de uitersten bevindt zich zoveel moois.