Travel
Journal
Terug naar toen
In Arkansas
Waar begin ik aan? Ja, die vraag ging als een vrijwel oneindig mantra door mijn hoofd toen ik na tien jaar terug in het vliegtuig zat onderweg naar Arkansas. Terug naar de plek waar ik tien jaar geleden een jaar woonde, naar een Amerikaanse high school ging en daar zo’n beetje het meest intense jaar van mijn leven beleefde. Vrijwel alles ging fout, zelfs voor vertrek al. Na een maandenlang proces was ik volledig onder de indruk dat ik naar Californië zou gaan, maar twee weken van te voren hoorde ik dat het toch maar Arkansas was geworden. Om maar mee te beginnen.
Eenmaal daar kwam ik in een vrijwel onafgebroken reeks bizarre situaties terecht. Ik woonde uiteindelijk bij vier verschillende gastgezinnen, waarvan het eerste ‘gezin’ uit enkel een enge alleenstaande man bleek te bestaan die me na een paar dagen letterlijk bij andere mensen op de stoep dumpte. Er volgde nog een auto ongeluk, ik deed een heleboel dingen voor de eerste keer en moest drie keer per week naar de kerk waar ik vervolgens te horen kreeg dat ik naar de hel zou gaan. Het was een interessante tijd. Ook voor het land zelf trouwens, want dit was het jaar dat Obama als eerste zwarte president verkozen werd. In Arkansas dachten ze dat hij de Antichrist was die het einde van de wereld zou inluiden. Het contrast met een vrijgevochten Nederland kon niet groter. Toch vond ik mijn weg en ook nog eens een stel hele mooie mensen. Op onze eigen manier pasten de meesten van ons groepje misfits niet echt in het systeem. I couldn’t even if I tried, als Nederlandse alien zijnde. Zij vielen buiten de norm als gay/hippie/atheist/niet-redneck/of niet christelijk. Toch had onze verbinding ergens ook weer niet zoveel te maken met onze uiteenlopende achtergronden, maar alles met een hele universele connectie. Het was prachtig. Natuurlijk schepte het wel een extra band, dat samen outcasts zijn. Ergens willen mensen toch gewoon passen, ook als je niet past.
De mensen die ik in die tijd ontmoette hebben een hele diepe indruk op me gemaakt. En ook het zuiden, als decor van al deze belevenissen en avonturen, fascineert me sindsdien eindeloos. Mijn achttiende levensjaar, die ik daar volop leefde, leerde me zoveel. Over het leven, mezelf en ook over Amerika. Ik had het voor geen goud willen missen. Had ik achteraf gezien toch niet liever in zonnig Californië gezeten? Nou nee, het idee van een minder turbulente tijd in een minder turbulent gebied kan me werkelijk gestolen worden. Het heeft me gevormd tot de persoon die ik vandaag de dag ben en ik ben dankbaar voor alles wat ik toen heb mogen ervaren. Inclusief en misschien juist voor alles dat faliekant misging. Als ik intussen iets heb geleerd van het leven dan is het wel dat wat op het eerste gezicht volledig in het honderd lijkt te lopen, later zomaar eens een blessing in disguise kan zijn. En die les leerde ik daar voor het eerst. Ik worstelde hier en daar zeker wel, maar kwam met een nieuwe ervaring weer boven.
Maar goed, terug naar toen dus. Het idee om ooit terug te gaan was er al een hele tijd, maar uit angst mijn herinneringen op een bepaalde manier aan te tasten bleef de concrete stap heel lang uit. Mijn herinneringen, vooral dierbare zoals deze, zijn heilig voor mij. Was het niet beter mijn ervaring van toen in het verleden te laten, precies zoals het is? Toch kon ik het idee om terug te keren en mijn familie en vrienden van toen weer te zien, niet uit mijn hoofd zetten. Later realiseerde ik me dat ik mijn herinneringen misschien juist eer aan kan doen, in plaats van ze te vertroebelen. Door ze te fotograferen, precies zoals ze zijn in mijn gedachten. En dus besloot ik dat alles dit jaar, mooi en symbolisch tien jaar na dato, vast te leggen en op mijn manier te bewaren. The good, the bad and the ugly.
De angst om terug te gaan bleef, ook nadat ik mijn huurauto na een reis van bijna 24 uur voor de deur parkeerde. Deed ik hier wel goed aan? Zou ik niet teveel zijn vervreemd, of zij van mij? Dat angstige gevoel maakte plaats voor rust toen ik op de eerste ochtend mijn bakje cereal op straat op at en ik de schoolbussen de straat in zag rijden. Dat was zo’n nostalgisch en voor mij zo’n hartverwarmend gezicht dat ik me meteen weer geaard en thuis voelde.
Maar wat is het hier anders. Het blijft een plek waar ik nog steeds mijn ogen uitkijk, een plek die me op allerlei manieren prikkelt. Positief en zeker ook negatief. En gek genoeg toch zo thuis. Ik ben weer volledig en head first in het konijnenhol gedoken en heb alle facetten van het leven hier weer voor de volle honderd procent herbeleefd. In eerste instantie dacht ik dit jaar vooral een observerende rol te hebben, het hele verhaal dit keer wat meer als fotograaf te benaderen. Dat kon ik absoluut niet, daarvoor zit ik er veel te diep in, voel en beleef ik het teveel. Nu zie ik in dat de serie net zo goed over mij zelf gaat als over het leven hier. Het gaat over mijn thuis, mijn mensen en het oneindig grote contrast met mijn eigen leven in Nederland.
Het was goed om terug te zijn, maar tegelijkertijd heeft het me dusdanig opgeschud dat ik nog wel even bezig ben om alles te verwerken. Dat is helemaal niet erg en ergens omarm ik dat ook wel. Soms dan, want op andere momenten voelt het alsof ik vastzit in een soort twilight zone tussen de continenten. Ik kom wel weer thuis, waar dat ook is.