Travel
Journal
Ode aan alles
In Australië
Na vijf jaar verlangen ben ik terug. Vijf jaar verlangen naar een plek die niet ‘thuis’ is. Sterker nog, verder van huis kan haast niet. Een plek waar ik vijf jaar geleden met heel veel plezier heb gewoond en geleefd. Vooral het laatste: geleefd. Ondanks dat ik er destijds alles uit heb gehaald wat erin zat, voelde ik dat er nog meer in het verschiet ligt voor mij in dit land. Het gevoel: ik ben hier nog niet klaar. In dit land, met al zijn tegenstrijdigheden. Met aan de ene kant zijn gastvrijheid en aan de andere kant zijn ontoegankelijkheid. Met aan de ene kant zijn leefbaarheid en aan de andere kant zijn dodelijkheid. Spinnen, haaien, hitte. Australië.
Terug naar thuis
Vanaf dag een na mijn thuiskomst in Nederland na een half jaar Sydney moest en zou ik terug. Ik barstte al in huilen uit als ik het Opera House maar even op televisie zag, zo erg was het. Het plan was om na mijn afstuderen in eerste instantie voor een jaar terug te gaan en het dan nog maar eens aan te zien. Diep vanbinnen meer een compromis om mezelf en mijn omgeving te sussen, want ik wist dondersgoed dat het een stuk waarschijnlijker was dat ik daar permanent zou blijven. Maar het liep anders en dat is helemaal oké. Zoals Lennon zei: life is what happens to you while you’re busy making other plans. In de afgelopen vijf jaar is er een heleboel gebeurd. Ik haalde mijn diploma, kreeg een baan, begon voor mezelf en ik ontmoette Lex. Maar het verlangen naar Australië, dat bleef onveranderd. Ondanks dat mijn weerzien vijf jaar op zich liet wachten, is alles gegaan zoals het had moeten gaan. Zo voelt het, nu ik erop terugkijk. Het is goed zo, heel goed. Ook het feit dat ik nu wel terug ben. Het moment is daar.
Innerlijke strijd
Maar man, wat een innerlijke strijd heb ik in de afgelopen jaren gevoerd. Een heuse burgeroorlog in mijn hoofd. Met aan de ene kant Team Onrust: ik wil, nee MOET, terug. Team Onrust komt eens in de zoveel tijd stilletjes en een beetje verdrietig, maar soms ook zeer luidruchtig en vol drama in protest. Met fakkels, hooivorken en strijdkreten als: ‘Je verloochent jezelf!’ En: ‘Je leidt andermans leven!’ Of wat dacht je van: ‘Voor je het weet trekt je leven aan je voorbij en ben je dood, doe iets, SNEL!’ Aan de andere kant van de loopgraven zit Team Rust: ho ho, ik zit wel even goed waar ik zit. Ik zit niet stil, werk hard aan mijn carrière en heb de mensen om mij heen en de plek waar ik woon lief. Alles op zijn tijd, Australië loopt niet weg en het is nooit te laat om het roer om te gooien. Met papa als grote bondgenoot en boegbeeld van Team Rust, want hij bewijst maar dat je met 50+ op de teller nog prima een heel nieuw leven kan beginnen. Zeker niet altijd makkelijk, maar je bent dus nooit te oud.
De naderende leeftijd van 30 (ik ben nu 27) hing als een soort zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Zodra je die onzichtbare leeftijdslijn passeert is het uit met de pret, moet je normaal doen, je shit op orde hebben en is het klaar met dit soort ongein. Dat reizen, op andere plekken willen wonen, dat moet dan maar eens afgelopen zijn. Om nog maar te zwijgen over je veranderende omgeving: vrienden die kinderen krijgen en dat soort dingen. Mijn hemel. Wat fantastisch en wat mooi, maar ook olie op het vuur om Team Onrust volledig op hol te laten slaan. Dus als ik nog wou gaan, dan moest het gauw gebeuren en anders niet. Spreek nu of zwijg voor altijd! Of zoals Team Onrust het ziet: Emigreer nu of lig vol spijt op je sterfbed! Maar… waarom in godsnaam? En wie bepaalt zoiets? Hoeveel druk leg je wel niet op jezelf? Wat leeftijd betreft hebben de Aboriginals een mooie filosofie: daar ‘verjaar’ je op basis van persoonlijke ontwikkeling, je leeftijd in jaren is compleet irrelevant.
“Spreek nu of zwijg voor altijd!“
Naast dat onzinnige leeftijdsgebeuren komt het innerlijke duel voort uit iets heel moois en allerminst uit ontevredenheid, zoals weleens gedacht wordt. Mijn leven in Nederland is namelijk zo gek nog niet – understatement van het jaar. Ik ben gelukkig, heel erg zelfs. Ondanks en misschien wel dankzij de (on)rust. Een eigen bedrijf, sinds kort een eigen studio/atelier, Lex bij wie ik me zo thuis voel. Mijn voelsprieten staan altijd op scherp voor mooie dingen, kleine dingen. Waar dan ook ter wereld, ook thuis. Sterker nog, het is de hele reden waarom ik fotografeer en schrijf. Om die momenten vast te leggen en te bewaren. Ik kan er onwijs van genieten om simpelweg uit het raam van ons fijne thuis te kijken en de wind door de bomen te zien waaien. De prachtige lichtinval op de muur in de ochtend. ‘Moet je zien’, zeg ik dan tegen Lex. Samen op de bank onder een fleecedekentje Netflix kijken, daar geniet ik van, dat voel ik intens en in iedere vezel. ‘Fijn he, samen?’
Boterkoek
De band met mijn familie is de laatste tijd hechter. Ik ben iedere zondag bij mijn opa en oma en ik geniet ontzettend van dat soort momenten. Een kopje koffie en oma’s zelfgebakken boterkoek, lekker dicht tegen haar aan. Kletspraatjes over het nieuws, discussiëren over de waan van de dag. Uit eten met mama en kletsen over het leven, samen lachen. Dat soort momenten zijn me zoveel waard. Of samen kleuren met mijn nichtje Floor, ieder met ons eigen kleurboek. We hebben niet veel woorden nodig om uit te drukken hoe fijn dat is. Dat voel je. En dan is er nog mijn vriendengroep. Man, wat een mensen en wat een groepsdynamiek. Ook compleet nieuw voor mij. Mijn waardering voor hen en hetgeen wat we hebben samen en hoe uniek dat is, hoe ongegeneerd en ongeremd we onszelf kunnen zijn bij elkaar, dat heb ik al meerdere keren uitgesproken. Staand op een stoel tijdens een van onze feestjes. ‘Mensen, ik wil even wat zeggen.’ En dan vervolgens iets mompelen over hoe gek je op ze bent, iets wat in je hoofd zoveel beter klonk dan dit gebrabbel. Zie dat maar eens af te wegen tegen in je eentje rondwandelen in Surry Hills, de zon onder zien gaan achter het Opera House. Want alleen is ook maar alleen.
Terug in Australië
Maar nu ben ik dus terug en is mijn innerlijke strijdbijl begraven. Plot twist: het leven is niet zwart wit en hoeft niet voor mijn dertigste uitgespeeld te zijn. De grote beslissingen des levens kunnen ook best even wachten en er bestaan meerdere happy ‘endings’. Zoals: hoe fantastisch (en daarnaast ook nog eens best realistisch en haalbaar) is het wel niet om hetgeen wat ik nu doe over deze twee werelddelen te verspreiden? Lang zo’n gek idee nog niet, en daarom ben ik nu terug in Australië. Om te fotograferen, om andere fotografen te leren kennen, te leren hoe het hier reilt en zeilt, om nieuwe en oude bekenden op te zoeken. Om zoveel mogelijk in gang te zetten om hier in de toekomst op regelmatige basis naartoe te kunnen. Niet als vakantieland, want dat kost me een te aanzienlijk gat in mijn werk en mijn financiën. Bovendien wil ik ook niet weggaan zonder hetgeen wat ik het liefste doe: fotograferen. Het lijkt er zelfs op dat het de oplossing is voor het hele probleem, de gulden middenweg en the golden ticket ineen. Eureka! Omdat ik voornamelijk en het liefst bruiloften fotografeer biedt dat perspectief, want terwijl het trouwseizoen in Nederland van grofweg mei tot eind oktober loopt, is het hier haast het hele jaar door feest. Dus waarom zou ik die rustige maanden buiten ‘het seizoen’ niet hier besteden? In mijn tweede thuis? Als ik dat hier èn daar kan doen, wat wil een mens nog meer?
Ik heb er een handje van alles te willen in het leven. Samen zijn, alleen zijn, reizen, thuis zijn, avontuur, vastigheid. Het is tegenstrijdig, maar het is denk ik ook menselijk. En hoe mooi zou het toch zijn, om toch een beetje alles te hebben?