Greetings from Mount Carbine

In Australië

391425_10151052631408679_1918025515_n

Mount wat? Mount Carbine! U leest het goed! Op dit moment staan we op een camping op zo’n 200km afstand van Cooktown. Cooktown ligt een behoorlijk stuk boven Cairns, maar omdat we bijna een week te vroeg op de eindbestemming aankwamen, besloten we nog maar een stukje noordelijker te gaan. En noordelijker dan dit gaat het voor ons niet, want Cape York (nòg noordelijker!) is alleen met een four wheel drive te bereiken.

Vandaag hebben we de aardigste Australiër tot nu toe ontmoet. En dat wil wat zeggen. De eigenaar van de camping heeft ons binnen mum van tijd alles geleerd wat er te leren valt over de flora en fauna en edelstenen in de omgeving. Hij liet ons verschillende stenen zien en voelen, en wij moesten raden welke het was. We hadden het iedere keer fout! Eerder vandaag heb ik een mooie opaalketting van papa gekregen, en zelfs die herkenden we in ruwe vorm niet. Onderweg naar de camping liet ie me meteen een speciale boom zien waar volgens hem iedere avond een vogeltje in zit die ik MOEST zien.

We zijn vandaag van Cairns naar de kratermeren hier in de buurt gereden, Lake Eacham en Lake Barrine. De bodem van het meer schijnt nooit bereikt te zijn en dat terwijl het water ongeloofijk helder is. Onderweg zijn we nog een paar keer gestopt om het regenwoud in te gaan en ik denk dat ik vandaag de mooiste boom van m’n leven heb gezien. Op bordjes stond al aangegeven: ‘Curtain Fig Tree’, dus we dachten: laten we daar maar even een kijkje nemen. Het bestaat uit een rechtopstaande figboom en een omgevallen boom daar tegenaan. Daardoor is er tussen de twee bomen in een soort ‘gordijn’ van wortels en lianen ontstaan, waanzinnig! We zijn in het regenwoud nog steeds geen spinnen of slangen tegengekomen. Over een paar dagen gaan we naar het Daintree Rainforest en Cape Tribulation, en daar moet het wel goed komen met het wildlife. Met een ferry ga je over de Daintree River, waar blijkbaar krokodillen zitten!

Hoe noordelijker we gaan, hoe ruiger het gebied wordt. Meer loslopende koeien, meer aangereden kangoeroes langs de weg, meer termietenhopen. En hoe noordelijker we gaan, hoe meer Aboriginals we zien. Het verhaal van de Aboriginals is heel bijzonder en ook heel verdrietig. Toen de Engelsen voor het eerst aan land kwamen in Australië, leken de Aboriginals ze nauwelijks te zien. Ze keken even op van hun werk en gingen vervolgens door met hun dagelijkse bezigheden. De Engelsen probeerden ze van alles en nog wat aan te bieden, maar niks sprak hen aan. Ze konden zichzelf voorzien van alles wat ze nodig hadden en hadden daar geen blanken bij nodig. Sterker nog, de Engelsen maakten hun situatie alleen maar erger. Naast het feit dat ze allerlei ziektes meebrachten waar Aboriginals niet tegen waren opgewassen, was moord en onrecht aan de orde van de dag. Moord op Aboriginals werd lange tijd niet gezien als een misdaad en tot op voor kort werden Aboriginals niet eens erkent door de Australische wet. Verschrikkelijk.

Aboriginals hebben veel moeite zich in de geciviliseerde maatschappij te redden, waardoor je ze vaak op straat of aan de drank ziet. Programma’s om hier wat aan te doen hebben hier niet veel aan veranderd of de situatie verergerd. Blijkbaar is er ooit een programma geweest waarbij kinderen van Aboriginals werden meegenomen door de staat (doordat Aboriginals niet werden gezien als ‘echte’ burgers, waren hun kinderen eigendom van de staat en konden dus ieder moment ‘ingenomen’ worden) en in trainingskampen gestopt. Hier moesten ze leren in een maatschappij te functioneren, wat natuurlijk uitliep op een fiasco. De organisatie vertelde hen dat hun ouders overleden waren of ze niet meer wilden, met alle depressies, drankmisbruik en zelfmoorden van dien. Toen ze vervolgens losgelaten werden in de ‘echte’ wereld waren ze dusdanig getraumatiseerd dat daarin functioneren nu nog moeilijker was. Teruggaan naar hun roots en andere Aboriginals was ook een probleem, want aangezien ze daar als kind zijn weggehaald, kennen ze hun eigen familie nauwelijks meer. Dit programma heeft direct of indirect effect gehad op bijna alle Aboriginal families in Australië.

Je kunt je zo voorstellen dat dit alles niet bepaald bevordelijk is voor de samenleving. Inmiddels zijn van oudsher Aboriginal gebieden wel deels in ere herstelt, zo is Uluru (Ayers Rock) weer eigendom van Aboriginals. Maar functioneren in de samenleving lijkt er nog lang niet in te zitten en of dat ooit gebeurt is de vraag. Misschien is er daarvoor teveel gebeurd.

Bijna alles wat je in Australië doet, is een sociaal event. Zo werd inchecken op deze camping een wandeling over het gebied en een speurtocht naar een speciale vogel, het verzamelen van toeristische foldertjes het raden naar edelstenen en daar is hier niks raars aan. Dat maakt het hier nou net allemaal zo mooi en zo anders. Over vier dagen vlieg ik weer naar huis en op 15 juli kom ik om 10:40 aan op Schiphol. Is het team van Hello Goodbye al ingeschakeld? Staat Robert ten Brink paraat en wordt ‘All you need is love’ ingestart zodra ik door de deuren kom? En ook niet geheel onbelangrijk: staat er een psychologisch hulpteam klaar om me met de overgang van een tropisch klimaat en prachtige natuur naar Nederland te ondersteunen? Hoofdsponsor Kleenex ook in de aanslag? Mooi. Dan ga ik me nu nog even in het regenwoud verstoppen.