Travel
Journal
Bergtocht op teenslippers
In Filipijnen
Expectation: na een nachtelijke busrit van 10 uur je ogen opendoen en wakker worden in het paradijs. Reality: ieder half uur je ogen opendoen, tig keer verzitten, rillen van de kou en uiteindelijk aankomen in een mistig en regenachtig Banaue.
Door per nachtbus te reizen ga je heel efficiënt met je tijd om, maar comfortabel is anders. Filipijnen zijn blijkbaar dol op de airco en die zetten ze dan ook maar wat graag op standje vrieskou. Mede door de kou hebben we geen oog dichtgedaan en kwamen we doodmoe aan op onze eindbestemming. Die eindbestemming was dan wel heel erg mooi en het afzien het daardoor helemaal waard. Het was erg mistig en miezerig, maar dat maakte het ook wel heel sfeervol.
2daagse trektocht
In een hostel werd ons gevraagd of het ons wat leek om mee te gaan op een tweedaagse trektocht. “Ja hoor!”, zeiden wij meteen. De ochtend van vertrek viel het ons op dat iedereen in het dorp erbij loopt als professioneel uitziende bergbeklimmers. De een na de ander kwam voorbij in afritsbroeken, bergschoenen, mutsen, windjacks en ander indrukwekkend uitziend Bever-spul. Daar zat ik dan in mijn teenslippers. Lex en ik zijn allebei geen ervaren wandelaars en eigenlijk hadden we geen flauw idee wat deze hike precies inhield. Kon dit eigenlijk wel, op dit schoeisel?
Maar: wie a zegt, moet ook b zeggen. Met een tricycle (motor met zijspan) werden we afgezet aan de voet van een berg. Gelukkig bleek dat onze gids ook teenslippers aan had. Als hij het kan, kan ik het ook, was mijn theorie. “We wandelen eerst een uur bergop, daarna wordt het vlak”, zei onze tourguide Codi. Dat bleek toch een stukje uitdagender dan het klonk. Het was ten eerste namelijk ab-so-luut niet vlak. De tweede moeilijkheidsgraad: door de regen van de afgelopen dagen was de weg veranderd in een verzameling van modderpoelen, gladde stenen en meer van dat soort hindernissen. De wandeling van zo’n 7 uur stelde ons behoorlijk op de proef, zonder wandelstok was ik zeker drie keer richting het hiernamaals of toch op z’n minst in een rijstveld gestort. Wel kregen we daar het allermooiste uitzicht voor in ruil. Een en al ongerepte wildernis: varenbomen, mist, watervallen, het was adembenemend mooi. Het gekke is dat het hier in de bush heel stil is. In Australië hoor je van alles en nog wat, hier hoor je afgezien van je eigen voetstappen en het gerochel van de gids niks. Ze kauwen hier allemaal op een soort pruimtabak (mengsel van een blaadje, een pit en het overblijfsel van verbrande slakken, I kid you not), wat Codi continu van zich af tuft.
Rijstvelden
Omdat alles onderweg al zo prachtig is, heb je niet het idee dat je naar een hoogtepunt toewerkt. Toch was dat zo, bleek na aankomst in onze eindhalte Batad. Van bovenaf hadden we uitzicht op een prachtige vallei met tientallen rijstvelden. We sliepen in een huisje middenin het dal, waar de hanen ons om 5 uur ’s ochtends massaal wakker kraaiden. Het was op dat moment nog donker, maar we wisten dat ons binnen afzienbare tijd een prachtig uitzicht te wachten stond. Het is een hele bijzondere ervaring om in zo’n vallei je ogen open te doen en meteen omringd te zijn door zoveel schoonheid.
Tappiya waterval
Na het ontbijt nam een oud vrouwtje ons mee naar de 45 meter hoge Tappiya waterval. Om daar te komen moesten we drie kwartier lang steile trappen op en af. Onze gids bestierde de trappen met gemak en stond verveeld op ons te wachten. Vervolgens nam Codi ons mee terug naar Batad. We balanceerden over supersmalle richeltjes terwijl je links naast je in de diepte tuurde. Hij lachte zich te barsten om ons gestuntel en nam ons continu in de zeik. De avontuurlijke tocht bereikte een climax toen we over een boomstam (!!!) over een klif moesten lopen. Rechts een stuk steen om je in hoeverre dat mogelijk was aan vast te klampen, links 30 meter niets en vervolgens rimboe. “Pas op voor dat stuk steen na de stam, die zit los.” Top, bedankt man. Gelukkig ben ik afgezien van een gestoten teen ongedeerd. Aangezien ik een gigantische onbenul ben vind ik dat een hele prestatie.
Vannacht gaan we per nachtbus terug naar Manilla om daar naar ons volgende avontuur te vliegen: Palawan!